U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nogal"
Resultaten 141 - 160 van 478
- kater: Oeze scheper hef nogal vaak een kater op bezuik (Barger Compascuum)
- kelstergat: Een kelsterkont, dat is een vrommes, die een schelle stem hef en nogal veule prat (Beilen)
- kerks: Vrogger waren ze nogal karks, mar non doet ze niks meer an het geleuve (Broekhuizen)
- kerks: Die bint ok nogal kerks an (Sleen)
- keurmister: De keurmeester geeit dizze koou vast ofkeuren, der mekeert nogal wat an (Eext)
- kiedelorig: Ie mut veurzichtig mit oen woorden wèzen, hij is nogal kietelorig (Ruinerwold)
- kinderziekte: In dei auto zit nogal wat kinderzeiktes (Barger Oosterveld)
- klandizie: Ze hebt nogal wat klandizie (Barger Oosterveld)
- klautern: Ze mussen der nogal tegen klaustern om boven te kommen (Eelde)
- klauw I: De klauwen van een ko moet nogal ies bekapt worden (Hijken)
- klauwen I: Het peerd mus der nogal tegen klauwen um met die kor vol deur mul zaand hen te kommen (Eext)
- klaverblad: As er nogal wat klaver(blad) tuschen het heui zat, haj niet teveul stikstof gooid (Sleen)
- knauweln: Kiendern mucht nogal graag ies tegen een wortel an knauweln (Hijken)
- knieper(d): Zij hef nogal in de knieperd ezèten aover het examen (Broekhuizen)
- knittern: Aj een kraant in mekaar frommelt, knittert dat nogal (Hooghalen)
- knooi: Jopk zit nogal in de knooi, ik moe hum mor is hölpen (Eext)
- knuggerig: Die olde baos was nogal knuggerig (Vledder)
- knup: Der zit nogal wat knuppen in dat touw (Zweelo)
- kopholt: Der zit nogal wat kopholt in die boom (Eext)
- kört II: Hij is nogal kört veur de kop (Padhuis)