U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nooit"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 141 - 160 van 500
- grondpries: De grondpriezen ligt veul te hoog, zo kan die jong nooit gien boer worden (Zwartemeer)
- Grönniger I: Zij woont wol in Grönning, man het wordt nooit een Grönninger, het bint en blieft Drenten (Roswinkel)
- gulhartig: Hij is gulhartig, hij is nooit te beroerd om wat weg te geven (Nieuw Amsterdam)
- haat: De haat zit er zo in, zij praot mekaar nooit weer toe (Ruinerwold)
- haats: Die kerel is zo haats, die verget nooit weer (Borger)
- haggelderij: Die beiden hebt aaid hakkelderij, ij gaot er nooit een maol met plezeer hen (Eext)
- hakkenkruk: Wat een hakkenkruk, hij leert het scheuvellopen nooit (Broekhuizen)
- handeln I: Die jong hef hielmaol verkeerd handeld, hie har nooit met dat wicht trouwen moeten (Emmen)
- handenbinder: Dat kind is een handenbindertien, ij kunt haost nooit vort (Sleen)
- haor I: Rood haor en elzenholt wordt nooit op goeie grond verbouwd (Drouwen)
- hardhoed: een dokter hef e nooit zien (Nieuw Amsterdam)
- hardkop: Wat een hardkop, hie gef zuk nooit (Drouwen)
- hartanval: Nao die hartanval is e nooit weer de olde worden (Barger Oosterveld)
- hassebassen: Met denne moej nooit begunnen te hassebassen (Padhuis)
- haze: Je kunnen nooit weten hoe een koe een haze vangt (Klazienaveen)
- hazebalg: Waorum zij bij oes vrogger de hazebalg vol heui stopten en an de mure hungen is mij nooit dulijk ewe (Ruinerwold)
- hebben: Wij wassen nog wel ies an het vechten, maor ik kun hum nooit hebben
- hebberechtig: Ik heb nog nooit ein zein, die zo hebrechtig was (Roswinkel)
- hechten I: Een klimroze geet uut humzölf nooit hechten (Diever)
- heemhond: Onze buurman het ain beste haimhond, dai het nog nooit van het haim ofwest (Valthermond)