U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stuk"
Resultaten 141 - 160 van 352
- middenkalf: Hie zeug het middenkalf oet het kezien, zodat er een roet in kun in één stuk (Gasselte)
- miet I: De zwörm hef het het al mooi an de gang, hie hef al een stuk of zes mooie mieten (Sleen)
- moerassig: Wat een moerassig stuk is dat hier, de peerde kunt hier allèn met trippen over (Padhuis)
- moren: Het onderste stuk van de moeren aten wij op, en dat smeuk net as rusken (Klazienaveen)
- musel: Hier lig nog een hiel stuk gruunlaand, daor wordt nog altied de Musels tegen zegd (Geesbrug)
- naodiel: Hie was in het naodeeil, want hie was een stuk jonger (Anloo)
- naoweide: As ik dit stuk heuid hebbe, keunj aaid de naoweide nog
- neerswisser: Neersewisser, eerder miest een stuk kraante (Koekange)
- niegen: An dat hakselmes wuur een stuk anniegd
- oelveren: Een oeleveerde hen hef een stuk of vier kleuren: zwart, broen, gries, wit gespikkeld (Geesbrug)
- oetbaoken: As eerder een stuk heideveld spit weur en der zaten dellen in, dan was het niet good oetbaokend (Hijken)
- oetdrieven: Kun ij de beeist wel oet dit stuk oetdrieven? (Eext)
- oetholdingsvermeugen: Dei kerel hef een geweldig oetholdingsvermogen, hij gaait an ein stuk deur (Barger Oosterveld)
- oethouwen: Een stuk iezer kaold oethouwen
- oetkappen: Het is wal jammer, maor wij moet wal een stuk van die muur oetkappen (Borger)
- oetknippen: Dat stuk uut de kraante gaow uutknippen (Wapse)
- oetlopersboks: Doe die oetlopersboks van dij no an; dat is direct een stuk schierder (Padhuis)
- ofdrieven: De drievers moeten dat stuk nog ofdrieven
- ofgaozen: Ze hebben dat stuk laand afgaosd (Eelde)
- ofhalzen: Wat was dat een stuk wark, wij kunden het niet ofhalzen (Oosterhesselen)