U zocht voorbeeldzinnen met daarin "want"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 141 - 160 van 500
- hoed I: Dat is een beste melkkoe, want hij hef een dunne huud (Klazienaveen)
- hoed II: Hai kon wel ain zeupie op hebben, want hai het de houd op ain oor (Valthermond)
- hoed II: Bie dat huidken mot een bitken eulie, want hij wil nich meer in 't rond
- hoen: IJ moet gien hoender holden, want hoender krabt aaltied achteroet
- hol II: Wij kunt er wal wat haver bij inzèeien, want die rogge stiet veul te hol (Borger)
- hond: Het Hondtien is hum doodgaon, want hij hef 't hokkien op de kop
- höppen I: Ik moe die man wat höppen, want het giet veul te hard (Oosterhesselen)
- hörp: Kom mar niet zo kort bij die iekenboom, want daor zit een nust met heurinks in (Koekange)
- houwen: Wèes mar verzichtig met die knaap, want ie hoeft mar te wiezen, of hij houwt erop (Broekhuizen)
- huisa-achtig: O, doe maor niet zo huisa-achtig, want het kan nog wal is wat anders lopen (Exlo)
- hulpzeel: Mien va kun de brook niet holden, want de hulpzelen was hij kwiet (Hoogeveen)
- iergat: Het iergat mot leeg, want aans lop het overal hen (Gieten)
- ingruppen: Die eerpel moew der mar ingruppen, want met het peerd kuw niet over dat drassige land (Padhuis)
- inkiek: Ik doe de gerdienen dichte, want ik wil gien inkiek hebben (Elim)
- inkt: De belastingcommies har vrogger een flessien inkt an een ket um de hals, want niet elk har inkt in h (Sleen)
- inschikken: Ie zult wal een beetie moeten inschikken, want ie hebt niet hielemaol geliek (Hooghalen)
- instik I: Ons tussendeur kun neit goud dicht, want de instik was tou de muur oet (Peize)
- jager: Ze hoefden hum niet te leren, hoe hij een geweer vaste mus holden, want hij was al vieftig jaor jage (Meppel)
- jammerklaos: Trek je van dan mèensk mar niks an, want het is een aolde jammerkont, ...jammerklaos (Oosterhesselen)
- jatten II: Ie mut de auto wel ofsluten, want aans jat ze oe der alles uut vannacht (Meppel)