U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wet"
Resultaten 141 - 160 van 167
- weerwoord: Die wet aaid een weerwoord, ...wat weerum (Sleen)
- weet: Die man, die wet zien weetie wel (Dwingelo)
- weggeven: Hie wet wal wat e weggef
- wet: Wij moet de wet niet overtreden (Borger)
- wet: Hij wol mie de wet stellen
- wet: Hai het hom de wet lezen laoten
- wet: Ik zal oe de wet wel ies veurlezen
- wet: Dat is bij de wet verboden (Een)
- wet: Hij was onder en boven de wet, hij gaf nargens nao (Havelte)
- wet: Wet is wet (Stieltjeskanaal)
- weten: Hij wet nargens van
- weten: Hij wet altied alles beter (Anderen)
- weten: Die wet nooit van weggaon (Erica)
- weten: Hij wet wel van anpakken
- weten: Hij wet wel van oost
- weten: Geld, dat wet wat
- wetten: Het broodmes wur um de hoek van de muur wet (Rolde)
- wetten: Die koe wet aordig langs de paole (Erica)
- wiesdompe: Die wiesdompe wet alles bèter, det meent hij (Ruinerwold)
- wiesneus: Die wiesneus wet aaltied alles beter (Hoogeveen)