U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wicht"
Resultaten 141 - 160 van 376
- hoenderneers: Wat is dat wicht een neisgierig hounderneersie
- hoesholding: Dat wicht giet in de hoesholding
- hoteldebotel: Hie is hielmaol hoteldebotel van dat wicht
- houwlijk: Ik heb 't houwelijk klaor met dat wicht
- hulzebos: 't Wicht kwam in huus mit ain haile dikke hulzebos (Valthermond)
- hupsa: Een hupsasa van 'n wicht (Rolde)
- iedeltoet: Dat wicht dat is een edeltute (Klazienaveen)
- iem: Ze trekt op dat wicht an as de iemen op de hunnig
- jong II: Wat het dat wicht ain nuvere jong an touw (Valthermond)
- jongsgek: Dat wicht is een jongesgek, wat kan dei zuk anstellen (Barger Compascuum)
- juchtern: Dat malle wicht wil niks leiver as een bitken mit de jonges liggen te juchtern (Barger Compascuum)
- kakkemeie: /Ons wicht giet naor schoeltien/ Meester wol heur leren/Toen begun het wichie te reren (Peize)
- kater: Dat is een kaoter, dat dekselse wicht (Balloo)
- kattekop: Dat wicht, dat is een kattekop (Gasselte)
- kerelsgek I: Dat wicht is een kerelsgek (Emmen)
- kiddels: Dat wicht is slim kiddels, ...kiedels (Sleen)
- klapscheet: Dat wicht vaalt ieder klapscheet veur meraokel
- kleppen: Dat wicht mot niet zo kleppen (Gasselte)
- kloef: Most Jan is zain, wat het dai ain wicht op de kop tikt, daor het hai ain haile kloef aan
- kloet: Het was een kloete van een wicht