U zocht voorbeeldzinnen met daarin "arg"
Resultaten 161 - 163 van 163
- zommerroet: Een Rudzakeerde is, as er arg veule zomerroet in de eerappels stiet (Hollandscheveld)
- zwaor I: Dat ding is gloepends zwaor en arg lomp (Ruinen)
- zwieten: Aj arg zwiet, kuj een narf in de hals kriegen (Padhuis)