U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boven"
Resultaten 161 - 180 van 317
- meerdern: Boven de boord van een trui moej wel 20 steken meerdern (Balloo)
- mèertkat: Moej ies kieken, wat een mèertkatten boven het laand (Mantinge)
- melkhuve: Een melkhuve was um boven op de pulle te zetten of ok um der umhen te hangen (Zuidwolde)
- messeln: Boven deuren en ramen worde vrogger een hanekamme emetseld (Pesse)
- miegen: Jop met de kop, die kwam van boven/Meeg in het vuur dat de vonken stoven (Oosterhesselen)
- mist: Mist boven snei en sliek gef binnen drei dagen een harde diek (Hooghalen)
- moddern: Aj moddern wilt, moej het water aordig smerig maken, aans koomt de vissen niet boven (Nijeveen)
- moesiekrabben: Bie moesiekraben huil je joen handen bie het gooien en vangen van de bale met de handpalm naor boven (Emmer Erfscheidenveen)
- moesstronk: As het hoogste punt beriekt was, wur der altied een mousstronk boven op zet (Anderen)
- muggebien: Muggebain waast boven de rogge uut (Tweede Exloërmond)
- naodern II: Der wuurd 5% boven de angeven pries betaald (Schoonebeek)
- naovrucht: De naovrucht steeit er weer boven. Van het jaor hew knollen, sporrie en serradel (Eext)
- negosiekerel: De negotiekerel had blikgood boven op de wagen (Roswinkel)
- nisbus: De nisbus boven de bossem (Rolde)
- noord: Ze woont wiederop, noord op, boven Assen (Beilen)
- nullies: As de N van het nulliesholtien boven lig, hej niks (Nieuw Dordrecht)
- nusselkont: nusselkont, as e boven in het hoes zat te vak vlaaien (Eexterveen)
- nut III: dat trekt hum der weer boven op
- oelengat: Het oelengat zat boven in de schuur (Gieten)
- oetmunten: Hij munt boven de aandern oet (Mantinge)