U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zul"
Resultaten 161 - 180 van 268
- overweldigend: Dat dat wicht (...) nog net zo'n overweldigende indruk maoken zul as aleer?
- pas III: Zul dat wel te pas wezen?
- passen: Aander week betaolen, dat zul mij beter passen (Norg)
- piesterig: Zul dit piesterig kereltie mit zien roegrooie kop genog in de mouwen hebben?
- pikken III: Die kwaojong zul zo mien fietse pikken (Fluitenberg)
- plons: ...dat zo'n kolde plons in de mage vlak veur het naor bedde gaon ook zo lekker niet zul wezen
- polt: Ik zul man nich weggaon, door zit aal van dei dikke polten in de locht (Barger Oosterveld)
- pramen: Daor komp Klaos mit opgesteuken zeilen anpramen; wat zul die op zien lever hebben (Ruinerwold)
- reken I: Ik har nait in de reken dat het zolang zul duren
- rietvoorn: Zul der nog rietvoorn in het knaol zitten? (Oosterhesselen)
- roet II: Rap en roet lop bij de weg; ik zul mar wat oppassen (Diever)
- rokerij: Ik heb gien rokerij meer, zul de winkel nog lös weden? (Eext)
- rouwraand: Dat is een brief met een rouwraand, wel zul der overleden wezen (Sleen)
- sabbel.: Ik zul mai der mor niet al te sabbel om maoken (Roderwolde)
- schaden: Het zul hum niet schaeden as hie is een lessie kreeg (Vledder)
- scheper: ...die iene de weg zul wiezen en toen wees hij mit zien bien
- scheuvelscharreltien: Ik geleuve, det oeze J. an de scharrel is of zul het een scheuvelscharreltien wèzen? (Ruinerwold)
- schielijk: Wat is hij jao rempen esturven. Ik had niet dacht dat het al zo schielijk zul oflopen (Uffelte)
- schiet: Wat zul het, ie bint een schiet veur de gevel
- schoelen: Die man lop 's aovend nogal ies te schoelen; wat zul e bij het einde hebben (Oosterhesselen)