U zocht voorbeeldzinnen met daarin "Hendrik"
Resultaten 1 - 14 van 14
- bui: Het is maar een buie, zei Jan de Kuie/Maar het giet met geweld, zei Hendrik Veld/ Heur het ies goeze
- gang: Loop maor even bij Hendrik deur het gangie hen (Gieten)
- Hendrik: Hie hangt de brave Hendrik oet (Oosterhesselen)
- Hendrik: Hij is van de club van smerig Hendrik
- holten I: een holten Hendrik (Gasselte)
- inscharen: De pinke hew bij Hendrik inschaard (Padhuis)
- knippern: Hendrik döt niks as knippern met de ogen, hie kun der wel wat in hebben (Eext)
- lastpost: Hendrik is een lastpost, hij is altied tegen de draod in (Havelte)
- meugen: Ik zal Hendrik even vraogen, die mag der wel meer van weten
- prairie: Os Hainie mot morgen törfschepen bie Diek Hendrik in de prairie (Barger Compascuum)
- stee: Hendrik was daor good op stee
- ummetellen: Ummetellen wie het wordt/Ik of gij of Hendrik Gort/Hendrik Gort lag in de sloot/Nog was Hendrik Gort (Broekhuizen)
- veuroetgaon: Hoe giet het mit oen Hendrik?
- zeker: Dat is een zekere Hendrik, ...een zekere