U zocht voorbeeldzinnen met daarin "Runer"
Resultaten 1 - 8 van 8
- britsen: Het Runer wapen
- Runer I: Hie hef een Runer in de
- Runer II: het Runer waopen
- Runer II: Het Runer waopen is bij oens een snee over de bek (Ruinerwold)
- Runer II: Hij löp met het Runer waopen op beide wangen (Vries)
- sikkemes: kloeze I, Runer I, dolsma
- waopen I: Hie hef een jaap had met het Runer wapen
- waopen I: Die hef het Runer wapen op de bek (Havelte)