U zocht voorbeeldzinnen met daarin "aanderhalf"
Resultaten 1 - 3 van 3
- aanderhalf: Mit aanderhalf uur (Gieten)
- scherenslieperswief: *Schèrenslieperswieven, die hebben gien nood/ Die drinken de koffie van aanderhalf lood
- springbolle: Een springbolle is een jonge bolle van zo'n jaor, aanderhalf (Dwingelo)