U zocht voorbeeldzinnen met daarin "achterhuus"
Resultaten 1 - 11 van 11
- achterhoes: In het achterhuus vien ie de pompstraote en daorachter de dèle, de koegaank mit de hilde derbaoven, (Hoogeveen)
- achterhoes: Van het achterhuus mut het komen
- achterhuus: Nee, mar achterhuus lig nog wel wat
- heuivak: Het heuivak is de tussenruumte tussen het vierkaante wark ien het achterhuus (Wapserveen)
- ienkamerhoesien: Ienkamerhuusies hadden allend maor een kamer-keuken en een achterhuus (Hoogeveen)
- intange: 't Achterhuus hadde veer gebienten mit acht intangen. Het is veur versteviging van de schure (Havelte)
- kamerkeuken: Ienkamerhuusies hadden allend maor een kamerkeuken en een achterhuus (Hoogeveen)
- keukenkamer: De kleinere huusies hadden een keukenkamer en een achterhuus (Hoogeveen)
- loekglas: Het nachtlochien in het loekglas, dat zat in de middelmure tussen het veurhuus en het achterhuus (De Wijk)
- malleur: Bij de buren harren ze een boel malleur in het achterhuus (Uffelte)
- matzak: Matzak is een schulk, die de vrouwlu veur hadden as ze wark in het achterhuus mussen doen (Havelte)