U zocht voorbeeldzinnen met daarin "adres"
Resultaten 1 - 6 van 6
- adres: Op dat adres hef e nich lange woond (Barger Oosterveld)
- adres: Kuj mij je adres even geven? (Zweelo)
- duur II: Dat is een duur adres (Hollandscheveld)
- ginds: Ie bint hier niet an het goeie adres, ie mutten gindse kaante uut (Hoogeveen)
- verkeerd: Doorveur most doe nich bie mie wezen, dan bust doe an het verkeerde adres (Barger Compascuum)
- vertrouwbaor: Dat is een vertrouwbaar adres (Klazienaveen)