U zocht voorbeeldzinnen met daarin "allenmieter"
Resultaten 1 - 4 van 4
- allenmieter: Het waren allenmieter bollen
- allenmieter: Allenmieter weurden de biggen ziek (Oosterhesselen)
- allenmieter: Het binnen allenmieter nog eerappels, ze hebben ze lange niet schone rooid
- opvreter: Zij bint allenduvel geliek; het bint allenmieter opvrèters (Fluitenberg)