U zocht voorbeeldzinnen met daarin "als"
Resultaten 1 - 13 van 13
- alle: als II
- als I: Knoppen van als
- als II: IJ moet in als geval even bij mij kommen (Sleen)
- hulpbode: Hie is begund als hulpbode (Sleen)
- ingangsborrel: (...) eerst een ingang graven. Als de week om was kwam de baas en vroeg: hoeveel geld? Het bedrag da (Weiteveen)
- naobern: dan naobert het niet die gelden niet als naobers (Sleen)
- pochen: Ie mut als older niet zo op oen kiender pochen, as ze derbij bint (Noordscheschut)
- punten I: dig te roeken als controle op hooibroei (Pesse)
- rèren: Hij reert als een hofhond
- schoemaken: ik schoemaak voor hen i.p.v. ....., zoo als het behoort
- tien III: Als de onze oet Braobant tient
- vesite: Als wij thuis op de oprit van de boerderij een ekster zagen, zeiden wij: Wij kriegt vesite (Broekhuizen)
- ziede II: Het is zo zaacht als ziede (Eexterveen)