U zocht voorbeeldzinnen met daarin "anhorten"
Resultaten 1 - 4 van 4
- anhorten: Nou muj èven anhorten
- anhorten: Jong, ij moet niet zo anhorten (Sleen)
- anhorten: Wij zult even wat anhorten (Dwingelo)
- lösschieten: Even anhorten, dan schöt e misschien wel lös (Eexterveen)