U zocht voorbeeldzinnen met daarin "anjager"
Resultaten 1 - 7 van 7
- anjager: Wij hebt nog een anjager neudig bij de koenen (Sleen)
- anjager: Een anjager jag de mèenschen op, die an het wark bint
- anjager: Een anjager is een ventilator in een autokachel (Weerdinge)
- anjager: Wij kunt niet uutrukken, want de anjager van de spuite is kepot (Beilen)
- anjager: anjager
- anjager: anjager (Noordscheschut)
- perspomp: Bij brand stund de anjager bij de brandkuil of sloot en de parspompe bij het brandend perceel (Havelte)