U zocht voorbeeldzinnen met daarin "anpikken"
Resultaten 1 - 3 van 3
- anpikken: Hij wol de karre anpikken, mar do paste, ... peus de hake nich (Barger Oosterveld)
- anpikken: Met lassen moej eerst even op een paar steden anpikken (Klazienaveen)
- spaker(d): Een spaker was zo'n grote, dikke knikker. Daor mus ie mit anpikken (Hollandscheveld)