U zocht voorbeeldzinnen met daarin "anplakken"
Resultaten 1 - 6 van 6
- anplak: anplakken
- anplakken: As iene een strohood dreug gunge wij die anplakken
- anplakken: Ik laode mij deur die jeude niks anplakken (Elim)
- funtvangen: anplakken
- strohoed: strohoed dreug, gunge wij die anplakken spel (Diever)
- transformatorhok: Op het transformatorhok mug ie niks anplakken (Eexterveen)