U zocht voorbeeldzinnen met daarin "anraken"
Resultaten 1 - 4 van 4
- anraken: Daor moej niet anraken, want ik heb dat kommegien liemd (Oosterhesselen)
- anraken: Hij mag heur niet eens meer anraken (Ruinen)
- beteuten: Koomt maar niet te veule mit heur in anraken, zij beteut oe bij een aander (Ruinerwold)
- gruistoepien: As een klein kiend gruistoepies har, mug ie het niet anraken of laoten schrikken (Ruinerwold)