U zocht voorbeeldzinnen met daarin "anscheid"
Resultaten 1 - 4 van 4
- anscheid: anscheid geven
- anscheid: As vroouger um mei er neie knechten of meiden in het durp kwammen, dan mussen die anscheid geven
- anscheid: Vrömde jonges die bij oes in het darp komt wonen, moet anscheid geven in de vorm van een half liter (Oosterhesselen)
- anscheid: Olde caféholler gaf ofscheid, en neie gaf anscheid op dezelfde aovend (Drouwen)