U zocht voorbeeldzinnen met daarin "appelleren"
Resultaten 1 - 3 van 3
- appelleren: Aj daor tegen appelleren wilt, dan dow ammaol met (Anderen)
- appelleren: De boeren gungen an het appelleren, toen ze heurden dat er een neie weg over de nesse zul kommen (Beilen)
- appelleren: Doe noe maar wat ik die zegge en zit nich zo te appelleren (Nieuw Schoonebeek)