U zocht voorbeeldzinnen met daarin "arfelijk"
Resultaten 1 - 4 van 4
- arfelijk: Die kwaole is arfelijk (Hoogeveen)
- arfelijk: Dat gebrek is arfelijk (Emmen)
- arfelijk: Zij hebt het eeuwig en arfelijk met mekaar in het gaoren
- arfelijk: Hij is ieuwig en arfelijk te laat (Sleen)