U zocht voorbeeldzinnen met daarin "asof"
Resultaten 1 - 6 van 6
- asof: Hij dee net asof e niks zien har (Klazienaveen)
- asof: Asof doe der verstand van hest!
- dood I: Hij leup, asof de dood hum naozat (Ruinerwold)
- manen II: Vrogger mugden de meinsen mekaar niet manen, waor aandern bijstunden, want dan worde erèkend, asof (Hoogeveen)
- oelenspiegel: Dat is een mooie oelenspeigel. Hij dut net asof, man hij is wal goud bie (Barger Compascuum)
- versnupen: Hij kik, asof hie zien leste stuver versneupt hef (Elim)