U zocht voorbeeldzinnen met daarin "börstrok"
Resultaten 1 - 5 van 5
- in I: Dag in dag oet hef e 'n börstrok an (Eext)
- liefien: Een liefie haj met en zunder mouwen. Je dreugen het over de börstrok en het zat strak (Gasselte)
- ofkanten: De börstrok he'k klaor; nog even um de hals ofkanten (Sleen)
- overste: Het overste kwam over de börstrok en daorover het buisien (Sleen)
- wrong: Een wrong was een rol stof achter um de middel van een börstrok of rompien. Daor huulden ze de rokk (Sleen)