Ook: baggeler (Zuidoost-Drenthe)
veenarbeider, die baggerturf maakt
Baggelaars, een ploeg van 4 Ã 6 man (Erica)
De baggelaar stund met een grote schup in de bak um te zörgen dat de modder overal even hoge kwam (Geesbrug)
dat is ain man, dei op ain baggelmesien ging waarken (Tweede Exloërmond)
dat is ene, die de baggel klaor meuk in de mengbak (Pesse)
platte vierkante baggerturf
Een baggelaar, dat is vierkante törf 15 x 15 en 6 cm. hoog (Schoonoord)
gekochte vierkante törf (Ruinen)
de Friese naam veur baggeltörf (Barger Compascuum)