U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bakkeleien"
Resultaten 1 - 5 van 5
- bakkeleien: Naor ze zegt hebt ze gisteraovend aordig an het bakkeleien ewest ien de Middenboer; der bint raeke k (Wapserveen)
- bakkeleien: Wij kunt hier een heel toer over bakkeleien, mor wij komt er niet oet (Anderen)
- bakkeleien: As het dan verkeerd gung, dan meus hij weer mooi bakkeleien om het weer goed te maken (Erica)
- bakkeleien: Hij hef altied wat te bakkeleien (Vledder)
- bakkeleien: Ze waren mit mekaor an het bakkeleien (Emmer Compascuum)