U zocht voorbeeldzinnen met daarin "balg"
Resultaten 1 - 9 van 9
- balg: Die koe, die is dikke in de balg. Der kunden wel ies twee kalver in zitten (Zuidwolde)
- balg: De hele balg döt mij zeer (Meppel)
- balg: De smid trök wat harder an de balg (Westerbork)
- gallig: Die is gallig ien de balg
- gorg: Hij is gurg in de balg (Meppel)
- görrig: Ik bin gorrig in de balg
- pokkern: Het harte pokkerde mie in de balg, zee het olde mens (Barger Compascuum)
- sloerig: Ik bin wat sloerig, ik vule mij wat plenterig in de balg (Dwingelo)
- vulmeer: Hij har een balg as een vulmere (Zuidwolde)