U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bedieling"
Resultaten 1 - 3 van 3
- bedieling: Hij hef ook al een poosien van de bedieling eleefd (Havelte)
- bedieling: Geef ze allemaole nog maor een stukkie, het giet hier niet van de bedieling (Noordscheschut)
- bijstand: Vrogger kregen de meinsen van de bedieling; tegenwoordig gaot ze naor de bijstaand (Koekange)