U zocht voorbeeldzinnen met daarin "beholden"
Resultaten 1 - 9 van 9
- beholden I: Die aolde wallen bint gelukkig beholden bleven (Gasselte)
- beholden I: Ik bin der beholden mit overkommen
- beholden I: Het was een bunder grond, beholden grond was 96 roe
- beholden I: Mit zo'n driftkop kuj toch neet beholden blieven
- beholden I: Beholden törf (Roswinkel)
- beholden II: Een goed stukkien in de linkerhaand döt je beholden
- naogeslacht: Veur het naogeslacht mot de netuur beholden blieven (Eext)
- thoeskommen: Ze bint beholden thoeskommen (Zwiggelte)
- thoeskomst: Beholden thoeskomst (Coevorden)