U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bekende"
Resultaten 1 - 3 van 3
- bezetter: De ole Russche giet wied vort hen bezetten. Hij is een bekende bezetter (Padhuis)
- rieder: Bij het hardlopen gaven zuk een boel bekende rieders op (Norg)
- vezelzödde: Zödden steken was een bekende bezigheid. Er zat vaeke mar ien laogien onder de heideplagge van 5 - (Wapserveen)