U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bekrabben"
Resultaten 1 - 3 van 3
- bekrabben: Ik kun het waark niet zo gauw daon kriegen, ik kun het niet zo gauw bekrabben (Norg)
- bekrabben: Zien vrouw haar heur verpraot, mor hij prebeerde 't wat te bekrabben (Roderwolde)
- beschrapen: bekrabben en beschrapen moet