U zocht voorbeeldzinnen met daarin "beloeren"
Resultaten 1 - 3 van 3
- beloeren: Die kat zit een vogeltie te beloeren (Geesbrug)
- beloeren: Die koppel petriezen die wol ik wel ies beloeren, waor die blieven (Klazienaveen)
- smokken: een vrijend paartien beloeren. Hoe harder as ze smokt, hoe mooier as het is (Havelte)