U zocht voorbeeldzinnen met daarin "belopen"
Resultaten 1 - 6 van 6
- belopen: Het vloerklied is al aordig belopen, mar versleten is 't nog niet (Stieltjeskanaal)
- belopen: Door is de grond wat stiever. Het is al wat meer belopen (Barger Compascuum)
- belopen: kan nog wel wat belopen (Uffelte)
- belopen: Die hond kan een haze belopen (Hoogeveen)
- belopen: Ie meut mekaar niet belopen (Ruinen)
- belopen: Dat toentien is aordig belopen