U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bentespier"
Resultaten 1 - 6 van 6
- bente: bentespier
- iem: Allèn de iem kan schoelen achter 'n bentespier
- lei II: Lei, lei, zee de vos, en was achter een bentespier gaon zitten (Hijken)
- leite: Mooi in de leite, zee de vos, en doe zat hij een uurtien van een bentespier of (Schoonlo)
- oetpreukeln: Met een bentespier wuurd de piepenstaal oetprökkeld (Padhuis)
- schoel II: *Ik heb schoel, zee de vos en toen zat hij in de leite op een uur achter een bentespier (Nieuw Dordrecht)