U zocht voorbeeldzinnen met daarin "beprakkezeren"
Resultaten 1 - 2 van 2
- beprakkezeren: Ik wit nog niet, hoe ik die plank der an moe kriegen. Dat moe'k nog beprakkezeren (Oosterhesselen)
- beprakkezeren: Ik moet is even beprakkezeren, wat wij mörgen eten zult (Gasselte)