U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bessensap"
Resultaten 1 - 5 van 5
- albeer: Non moej gauw de albèren plukken, want wij wilt bessensap maken (Beilen)
- anmengen: Het mut nog een beetien an emöngen wörden mit wat sago, aans is de bessensap te dunne (Koekange)
- bessensap: Non moej gauw de albèren plukken, want wij wilt bessensap maken (Beilen)
- gruwelbrij: Watergruwel maakte wij van wat water mit bessensap, wat krenten of rozienen der in en görte en suke (Koekange)
- krintenbrij: Krintjebrij wordt maokt mit görte, rozienen en krinten, kenail, laifst piepkenail, bessensap of wie (Valthermond)