U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bewarken"
Resultaten 1 - 8 van 8
- bewarken: Dat is een lastige hoek laand um te bewarken (Schoonebeek)
- bewarken: Mes in het laand bewarken
- blauwveen I: Blauwvène gef beste torf, mar is muilijk te bewarken umdet het zo slecht zunne kan verdragen (Koekange)
- kielakker: Een kielakker is een beroerde akker um te bewarken (Schoonebeek)
- onlaand: Het is niet te bewarken, het is onlaand, het is almaol kweken (Sleen)
- strepel: Zo'n strepel grond was lastig te bewarken (Barger Compascuum)
- twillerig: Dat holt is zo twillerig, het is haost niet te bewarken (Sleen)
- wolkammer: De wolkammer kwam vrogger langs de deur. Hie kofde alle schaopwol op en gung dat zölf bewarken (Weerdinge)