U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bezunder"
Resultaten 1 - 5 van 5
- bevallig: Het is een bezunder bevallig mèensch
- bezunder: Dat is een bezunder mooi peerd (Barger Oosterveld)
- bezunder: Die jongs bint slim stark, maor Klaos in het bezunder (Diever)
- halsknoop: een bezunder persoon (Westervelde)
- sjarlefrans: een dik woord hef en wat bezunder is (Eext)