U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bieter"
Resultaten 1 - 4 van 4
- bieter: Der waren ok kromme piepen; die hadden een holten kop en een botten bieter (Coevorden)
- piep: Een Duutse piep hef een kop, een staal, een zwik en een bieter (Sleen)
- pik I: Van een goedkope piep zeden ze dat die een bieter har van pik en teer (Sleen)
- teer I: Van een goedkope piep zeden ze dat die een bieter har van pik en teer (Sleen)