U zocht voorbeeldzinnen met daarin "binder"
Resultaten 1 - 13 van 13
- binder: Bai het roggemaaien haj een maaier, een weller en een binder (Roderwolde)
- binder: Zij hebt aal ogenblikken de binder weer stukkend (Barger Oosterveld)
- bösselbinder: binder (Peize)
- deurmèeien: Wie keunt nich deurmaaien, de binder is stukkend (Barger Compascuum)
- hokker: Een vol zwao besteeit oet een meier, een weller, een binder en een hokker (Eext)
- hokker: Achter de zichter haj een binder en die was ook hokker (Eexterveen)
- kreupel: binder
- mat I: Veur de binder warken kun, mus der eerst een mat ofmaaid worden (Barger Compascuum)
- oetnemer: Bie het korenmaaien gung de maaier veurop, dan kwam de oetnemer of weller en dan de binder of bindst (Barger Compascuum)
- veurlangs: Hij gung der eerst een maol mit de zaaise veurlanges en toen kun de binder der wal veur
- zeil: Der mot een nei zeil op de binder (Mantinge)
- zichter: Achter de zichter haj een binder en die was ook hokker (Eexterveen)
- zwao: Een volle zwao besteeit oet een meier, een weller, een binder en een hokker (Eext)