U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bleukern"
Resultaten 1 - 4 van 4
- bleukern: Kruzemunt weur vrogger veul gebroekt bij het bleukern (Emmen)
- bleukern: Die kalver hadden longwörm en toen mussen wij bleukern (Stieltjeskanaal)
- bleukern: Het gezwel bleukern
- opschrömmen: Het gaogel schrömde op aj an het bleukern waren (Sleen)