U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bleut"
Resultaten 1 - 5 van 5
- bleut I: Hij wil hom an de bleut
- bleut I: Je moet een kraante um dat book doon, aans wordt dat bleut zo smèrig (Hijken)
- bleut I: Doe mij even een bleut, mienend is vol (Eext)
- bleut II: hebt bleut an de poten (Dwingelo)
- blot: bleut