U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bloedvin"
Resultaten 1 - 8 van 8
- drek: Wat zat er een drek in die hellige bloedvin (Padhuis)
- glèende: De bloedvin is glèende (Sleen)
- glènen: De bloedvin die glèende mij gloepens (Westerbork)
- hellig: IJ hebt die bloedvin hellig maakt
- kókkeln I: Die bloedvin gung deur, het kokkelde der oet (Sleen)
- poet: In die bloedvin zat een hiele poet en as die poet er oet is, dan kriej ontzet
- tabbe: De bloedvin is nog niet zuver, der zit nog een tabbe, ...köl in en die möt er eerst oet (Oosterhesselen)
- verhelligen: IJ hebt een bloedvin. IJ moet er niet met je handen anzitten, aans verhellig ij hum nog (Sleen)