U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boedel"
Resultaten 1 - 10 van 10
- beschrieven: De notaoris komp mörgenmiddag um de boedel te beschrieven (Rolde)
- boedel: Zij hebt de boedel nog niet uut menaar emaakt (Broekhuizen)
- boedel: De hiele boedel kwam veur de baander
- boel: boedel
- hampel: Die haampel het de boedel weer in toezel (Donderen)
- kaars: De boedel an de kaars brengen
- onverdield: Zij ligt no met mekaar overhoop over die onverdielde boedel (Padhuis)
- sop: Het wordt gien dik sop, as de boedel in daartien porties mot
- verbeuren: De boedel is verbeurd verklaard (Schoonlo)
- vertestamenten: Rieksoom, die de boedel an heur vertestamenten wol