U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boeken"
Resultaten 1 - 11 van 11
- belezen: Hie is aordig belezen, hie hef ok een kast vol boeken (Sleen)
- bijholden: Wij moet de boeken bijholden (Sleen)
- boek I: *Aandermans boeken bint duuster te lèzen (Hoogeveen)
- duuster II: In andermans boeken is het duuster lezen (Dalen)
- kaften: Ik mut de boeken nog kaften (Kerkenveld)
- snuien II: Ik heb nog even in de boeken zitten te snuien en toen he'k het vunden (Weerdinge)
- stoffig: boeken waren stoffig (Hooghalen)
- umruilen: Wij ruilen de boeken um (Coevorden)
- vak I: De schriften en boeken in het vak doen!
- verslinden: Oes wicht verslindt boeken (Westdorp)
- zoogien: Hie har der nog een zoogien boeken liggen (Sleen)