U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boerkerij"
Resultaten 1 - 4 van 4
- boerkerij: De boerderij is het hoes en de boerkerij is het wark (Beilen)
- boerkerij: Wij hebt nog een beetie boerkerij in oenze kleine boerderije (Dwingelo)
- boerkerij: Hie hef zulf een grote boerderij, mor zien vaoder was arbeider en die haar der wat boerkerij bij (Balloo)
- boerkerij: Hej nog wat boerkerij?