U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boermarke"
Resultaten 1 - 10 van 10
- andiel: Hij het een aandeel in de boermarke (Een)
- boerhoorn: De boermarke is nog in het bezit van een boerhoorn (Drouwen)
- boermarke: Boermarke is een krantenwoord veur boerschup (Sleen)
- boermarke: De Koesteeg en aal bommen, die daor staot, heurt an de boermarke van Börger (Borger)
- boermarke: De boermarke hef vanaovend vergaodering; der mot weer over het jachtveld beslist worden (Drouwen)
- gerechtigd: Die is gerechtigd in de boermarke
- nesgebroek: Toen het akkerland nog an de boermarke heurde, mudden de boeren zuk holden an het esgebroek (Hijken)
- pootrecht: De boermarke had pootrecht op de brink (Een)
- schieven: De boermarke giet elk naojaor de wegen eerst schieven en dan schaven (Hooghalen)
- stemgerechtigd: Hij is stemgerechtigd bai de boermarke (Peize)