U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boerschup"
Resultaten 1 - 18 van 18
- anscheiden: Dat perceel is aordig groter worden deurdat er een hoouk bij anscheiden is van de boerschup (Anderen)
- boerdiek: boerschup
- boerhoorn: boerschup
- boerlasten: boerschup
- boermarke: Boermarke is een krantenwoord veur boerschup (Sleen)
- boerschup: Dat perceel is aordig groter worden, deurdat er een houk bij anscheiden is van de boerschup (Anderen)
- boerschup: De boerschup hef de wegen slicht (Grolloo)
- boerschup: De hiele boerschup was er te stienen bikken (Zwiggelte)
- boerwark: boerschup
- boerwark: Boerwaark is van en deur de boerschup (Eext)
- boerwarken: boerschup
- boerweg: boerschup
- boorlien: Bij de boerschup hadden ze een boorlien. Aj een sloot graven wilt, dan moej de boorlien derbij hebbe (Sleen)
- dörsakker: In 't zommer wuurden de dörsakkers anwezen. Dat dee de boerschup (Sleen)
- liendetouw: Der was een liendetouw bij de boerschup, die wuur gebroekt bij het maken van de wegen (Sleen)
- netelhoren: boerschup
- rooilien: Haal mij ies even de rooilien van de boerschup
- scheurploeg: Eerder was der bij de boerschup een scheurploeg (Sleen)